Ziekenfondsen en artsen bereiken ambitieus akkoord voor 2021
De nationale commissie van artsen en ziekenfondsen (Medicomut) heeft op 16 december 2020 unaniem een akkoord bereikt. Hoewel de overeenkomst maar 1 jaar bestrijkt in plaats van de gebruikelijke 2, toont ze veel ambitie, aldus de Socialistische Mutualiteiten. “Dit toont aan dat het sociaal overleg ook in deze bijzondere omstandigheden goed werkt”, vindt algemeen secretaris Paul Callewaert.
De Socialistische Mutualiteiten zijn tevreden over de inhoud. “Deze overeenkomst houdt heel wat mooie ambities in op het vlak van hervorming”, vindt Callewaert. “Het zal erop aankomen om deze ambities ook daadwerkelijk in daden om te zetten.”
Het Medicomut-akkoord schakelt een versnelling hoger met de al gestarte nomenclatuurhervorming, die ze koppelt aan een hervorming van de afdrachten en de ziekenhuisfinanciering. Een taskforce doelmatige zorg moet in 2021 zorgen voor 40 miljoen, waarmee nieuwe initiatieven gefinancierd worden, gestoeld op de beoogde gezondheidsdoelstellingen.
Een groot deel van het vrijgemaakte budget gaat, naast een hogere indexering van de erelonen, naar de opwaardering van het globaal medisch dossier (GMD). “Wij zijn grote voorstander van het GMD, maar dan moet de kwaliteit wel gegarandeerd worden. We moeten dat ook afwegen tegen herwaarderingen van raadplegingshonoraria.”
Ook de hervorming van de accreditering wordt na 2 jaar opnieuw opgepikt door de commissie.
Verder willen artsen en ziekenfondsen de toegankelijkheid van de zorg verhogen. Dat doen ze door de derdebetalersregeling niet langer te verbieden bij bepaalde raadplegingen en thuisbezoeken, door extra transparantie te creëren rond ambulante supplementen en door de ereloonsupplementen bewust te beheersen en af te bouwen. In ruil daarvoor gaan er meer middelen naar de ziekenhuisfinanciering.
Er komt, op basis van een IMA-studie, meer aandacht voor de toenemende deconventionering (artsen die de prijsafspraken niet langer onderschrijven). “Een goede zaak voor de patiënt”, aldus Callewaert.
Tot slot ondersteunt het ziekenfonds de eis om een betere vergoeding en sociale bescherming van artsen in opleiding, wat een netelige discussie blijft.