Woonzorgcentra zorgen voor rationeler geneesmiddelengebruik

Anders dan algemeen wordt aangenomen, zorgt een verhuis naar een woonzorgcentrum er juist voor dat senioren minder geneesmiddelen slikken. Dat blijkt uit de update van onze studie uit 2013: de trend naar rationeler geneesmiddelengebruik is nog uitgesprokener dan 10 jaar geleden.

Hoewel diverse studies het medicatiegebruik in woonzorgcentra onderzoeken, wordt daarin zelden nagegaan hoe het medicatiegebruik evolueert. Solidaris deed die oefening al een keer in 2013. Tien jaar later was het tijd voor een update: we selecteerden 3747 Solidaris-leden die in het eerste semester van 2021 naar een woonzorgcentrum in Vlaanderen of Wallonië zijn verhuisd en vergeleken de geneesmiddelen die ze 6 maanden voor de verhuis namen, met hun geneesmiddelenverbruik 6 maanden na de opname in het woonzorgcentrum.

Minder geneesmiddelen

Bewoners van woonzorgcentra nemen minder geneesmiddelen dan voor hun verhuis. Het gaat, uitgedrukt in dagdosissen, om een daling van gemiddeld 18 procent. Tien jaar geleden was die trend ook al zichtbaar, maar bleef de daling beperkt tot 2 %.

In de studie uit 2013 daalde het gemiddeld aantal dagdosissen van 973 naar 954 per bewoner, terwijl nu per bewoner het globaal medicatiegebruik daalt van gemiddeld 943 dagdosissen tijdens de 6 maanden voor de verhuis naar een woonzorgcentrum tot gemiddeld 772 dagdosissen tijdens de 6 maanden na opname. Dat betekent dat er − in vergelijking met 10 jaar geleden − ook in de thuissituatie een kleine daling (- 3%) van het totaal medicatiegebruik was.

Voor de meer uitgesproken daling in woonzorgcentra zijn een aantal mogelijke verklaringen. Zo werd in 2015 de verplichte aflevering per pil in woonzorgcentra ingevoerd. Voorts is er een toegenomen aandacht voor rationeler medicatiegebruik en spelen coördinerende en raadgevende artsen (CRA) meer hun rol.

Ook het aantal verschillende soorten geneesmiddelen dat bewoners tegelijk nemen, daalt lichtjes na de verhuis naar een woonzorgcentrum. Tijdens de eerste 6 maanden in het woonzorgcentrum worden aan de bewoners uit de studie gemiddeld 8 verschillende geneesmiddelenklassen voorgeschreven. Voor de verhuis naar het woonzorgcentrum nam diezelfde groep medicatie uit gemiddeld 9 geneesmiddelenklassen. In de studie van 2013 kregen de rusthuisbewoners voor en na hun verhuis uit 8 geneesmiddelenklassen voorgeschreven.

Tabel 1: Aflevering van dagdosissen (DDD) volgens geneesmiddelengroep, 6 maanden voor en 6 maanden na verhuis naar een woonzorgcentrum tijdens de eerste helft van 2021 

Type medicatie Aantal DDD voor opname Aantal DDD na opname Verschil (absoluut) Verschil (relatief) 
Ontstekingsremmers 20 514 10 442 -10 072 -49% 
Antidiabetica 162 403 10 9591 -52 813 -33% 
Antitrombotica 491 533 366 218 -125 315 -25% 
Antibiotica 44 909 34 975 -9934 -22% 
Overige 986 137 770 597 -215 540 -22% 
Opioïden 59 225 49 272 -9953 -17% 
Bloeddrukverlagers 942 044 783 912 -158 132 -17% 
Statines 267 151 233 280 -33 871 -13% 
Antidepressiva 242 164 223 553 -18 611 -8% 
Protonpompremmers 277 167 270 081 -7086 -3% 
Antipsychotica 42 029 45 279 3250 8% 
TOTAAL 3 535 2772 897 199-638 077-18 %

Andere geneesmiddelen

In de woonzorgcentra valt er, net als tien jaar geleden, ook een evolutie in het gebruik van geneesmiddelen te bespeuren. Sommige bewoners stoppen met bepaalde behandelingen, andere behandelingen worden juist opgestart. Zo nemen bewoners van woonzorgcentra duidelijk meer antidepressiva (+8 %) en antipsychotica (+14 %), maar wel minder ontstekingsremmers (-50 %) en minder cholesterolverlagers (-17 %).

Van de rusthuisbewoners in de onderzochte groep nemen er 1437 antidepressiva . Drie kwart daarvan kreeg al een behandeling met antidepressiva voor hun verhuis. 339 of 24 % is met antidepressiva gestart in het woonzorgcentrum. Ongeveer de helft (215) van de 427 bewoners die antipsychotica nemen, is daarmee begonnen na hun verhuis naar het woonzorgcentrum.

Tegenover tien jaar geleden valt er een positieve evolutie te noteren. Nog steeds beginnen heel wat bewoners met het gebruik van antipsychotica in het woonzorgcentrum, maar de toename is een pak minder fors dan in 2013. Toen steeg het aantal bewoners dat antipsychotica nam, nog met 34 % tegenover 14 % vandaag.

Figuur 1: Percentage personen met een stopzetting, opstart en verderzetting van een behandeling en zonder behandeling bij de verhuis naar een woonzorgcentrum (selectie van 10 geneesmiddelengroepen)

Het aantal 70-plussers dat een behandeling met bloedverdunners (antitrombotica) krijgt, daalt na de verhuis naar een woonzorgcentrum. Van de 2533 personen die in de zes maanden voor opname in het woonzorgcentrum al minstens 30 dagdosissen namen, zijn er 572 (ofwel 22%) die hun behandeling hebben stopgezet tijdens de eerste 6 maanden van hun verblijf in het woonzorgcentrum. Bij cholesterolverlagende statines bedraagt het aandeel stopzettingen zelfs 27 % (391 van de 1447 leden).

Woonzorgcentra geven het voorbeeld

Uit onze studie blijkt dat de jongste jaren vooruitgang is geboekt in het rationeler voorschrijven van geneesmiddelen in woonzorgcentra. Om die tendens voort te zetten, is blijvende aandacht voor een correct voorschrijfgedrag van medicatie bij ouderen noodzakelijk. Daarbij geven woonzorgcentra het goede voorbeeld.

Solidaris ziet daarbij een rol voor apothekers. Dat kan door de aanstelling van een Coördinerende en Adviserende Apotheker (CAA). Die kan dan samen met de Coördinerende en Adviserende Arts (CRA) toezien op de therapietrouw, de contra-indicaties, de mogelijke bijwerkingen, of de wisselwerkingen tussen de verschillende voorgeschreven en voorschriftvrije geneesmiddelen

We geloven voorts in de versterking van de rol van de Coördinerende en Adviserende Arts (CRA) in woonzorgcentra. Solidaris stelt voor dat de CRA op regelmatige tijdstippen een multidisciplinair overleg organiseert over het medicatiegebruik. Daarbij zitten de CRA, de CAA en de verpleegkundigen van het woonzorgcentrum samen met huisartsen uit de eerstelijnszone die patiënten in het woonzorgcentrum hebben.

Het woonzorgcentrum mag niet langer worden gestigmatiseerd als een plek voor systematische overconsumptie van geneesmiddelen. Het probleem van de overconsumptie van geneesmiddelen bij ouderen moet het onderwerp zijn van een breed volksgezondheidsbeleid. Ook bij ouderen die nog thuis wonen, spelen problemen met overmatig geneesmiddelenverbruik.

De good practices toegepast in de woonzorgcentra zouden senioren daarbuiten kunnen inspireren. Dat leidt tot zuiniger geneesmiddelengebruik. Bijvoorbeeld medicatie op maat, de aflevering per pil en de individuele medicatievoorbereiding zoals die nu al bestaat in de woonzorgcentra, kan worden uitgebreid naar ouderen die nog thuis of in een assistentiewoning wonen. Het zou de verspilling van geneesmiddelen verminderen. Tegelijk krijgen de apotheker en de behandelende arts een beter zicht op het medicatiegebruik van de patiënt Ongepaste medicatie en wisselwerkingen tussen geneesmiddelen kunnen op die manier makkelijker vermeden worden.

Bijlagen


Lees de volledige studie

PDF van het persbericht

Perscontact

Katrien De Weirdt | Woordvoerster Solidaris

Roeland Byl | stafmedewerker Pers

T 02 515 05 12 | G 0470 27 58 79 | E pers@solidaris.be