Referentiekader kinderopvang infrastructuur

In de vorige Nieuwsflash kon je al reeds kennismaken de cluster ‘kwaliteitszorg’ uit het referentiekader kinderopvang van Kind en Gezin. Zoals je toen ook al kon lezen, krijg je aan de hand van het referentiekader een overzicht van wat er in de regelgeving van de kinderopvang staat en hoe je dit naar je eigen praktijk kan vertalen. Deze maand geven we je wat meer uitleg over de cluster ‘infrastructuur’ uit het referentiekader. Zo kom je te weten hoe jouw opvang het beste tegemoet kan komen aan deze cluster uit de regelgeving. 

​De leefruimte

Er is voldoende oppervlakte nodig in de leefruimte zodat kinderen voldoende ontwikkelingskansen krijgen. Ook voor jou als kinderbegeleider gezinsopvang is het noodzakelijk dat er voldoende ruimte is om kwaliteitsvol te werken. De leefruimte dient effectief gebruikt te worden voor alle aanwezige kinderen en er dient voldoende ruimte te zijn voor de kinderen om te kunnen spelen.

Buitenspeelmogelijkheden

De kinderen krijgen de kans om buiten te spelen. De buitenruimte dient vlot en veilig bereikbaar te zijn. Maar ook groot genoeg voor het aantal vergunde opvangplaatsen en afgestemd op de leeftijd van de kinderen.

Verzorgingsruimte

Voor de verzorging is er een uitrusting die aangepast is aan het aantal vergunde kinderopvangplaatsen.

  • Kinderen worden op een veilige en hygiënische manier verluierd en gewassen indien nodig in functie van gezondheidspreventie.
  • Handenhygiëne garanderen.
  • Staat in verband met veiligheid en gezondheid.

 Veilig bed

Voor elk aanwezig kind is er een bed of wieg die aan de veiligheidsnormen voldoet:

  • Een bed of wieg met minstens 2 spijlenwanden, een ventilerende bodem en een stevige passende matras.
  • Stapelspijlenbedden mogen gebruikt worden.
  • Kinderen kunnen veilig slapen en dit volgens hun behoefte.

Voldoende en natuurlijk daglicht

In de kinderopvanglocatie is er:

  • voldoende natuurlijk daglicht in de leefruimte;
  • er is minstens één raam in een buitenmuur;
  • voldoende ventilatie in de binnenruimtes;
  • een goed evenwicht tussen de omgevingstemperatuur,  het bedmateriaal en de kleding van de kinderen;
  • circulatie mogelijk aan minstens één lange zijde van het bed.
  • daglicht: belangrijk voor de psychomotorische ontwikkeling en het verwerven van voldoende vitamine D;
  • ventilatie: voor een gezond binnenmilieu en als preventie van wiegendood;
  • evenwichtige temperatuur: voor het welbevinden van kinderen en als preventie van wiegendood;
  • circulatie tussen bedden: om de kinderen veilig uit bed te kunnen halen en ervoor te zorgen dat ze elkaar niet kunnen aanraken.