Patiëntenfactuur voor tandzorg torenhoog

De patiëntenfactuur voor tandzorg, en zeker voor orthodontie, implantaten, bruggen of kronen, is hoog, té hoog. Het Socialistische Ziekenfonds analyseerde de data van zijn facultatieve tandverzekering om een inschatting te kunnen maken. De gemiddelde patiëntenfactuur voor een implantaat is 1140 euro, voor een kroon 963 euro en voor een vaste prothese 1160 euro. Een orthodontiebehandeling voor een jaar kost ruim 1000 euro. Het Socialistisch Ziekenfonds pleit voor een betere terugbetaling door de verplichte ziekteverzekering. “We moeten dringend een tandje bijsteken en solidair 500 miljoen extra investeren voor tandzorg. Dit gekoppeld aan een transparante prijszetting”, beklemtoont Paul Callewaert, algemeen secretaris.

Ramingen geven aan dat de helft van de tandzorgen niet gedekt zijn door de verplichte verzekering. Steeds meer nieuwe technieken, grondstoffen en/of materialen zoals implantaten, kronen en bruggen worden niet of te weinig terugbetaald. “De terugbetaalde tandzorg loopt achter op zijn tijd. Het is zoals je nog alles met papier en pen zou doen in het gedigitaliseerde tijdperk”, stelt Callewaert.

Duidelijke cijfers over de kostprijs van deze technieken zijn er evenwel niet.

In 2014 bevroeg het ziekenfonds 5000 Vlamingen naar hun factuur. Daaruit bleek al dat die hoog oploopt en dat steeds meer mensen zorg uitstellen of hun heil zoeken in een goedkoper maar minder aangepast alternatief, zoals een kunstgebit. Drie jaar na de lancering van zijn facultatieve tandverzekering analyseerde het ziekenfonds 260 147 terugbetaalde prestaties aan 32 525 leden.

Belangrijke resultaten

  • In totaal betaalden die leden tussen 1 januari 2016 en 1 juni 2018 10,6 miljoen euro voor tandzorgen na de tussenkomst van de verplichte ziekteverzekering.  De totale kost is het hoogste voor orthodontie (3,88 miljoen euro), gevolgd door tandprothesen en implantaten (3,87 miljoen euro) en curatieve tandzorgen (1,9 miljoen euro).
  • De gemiddelde factuur voor een orthodontiebehandeling van minstens één jaar bedraagt 1055 euro. Voor een implantaat bedraagt ze gemiddeld 1140 euro , voor een vaste prothese gemiddeld 1160 euro en voor een uitneembare prothese gemiddeld 488 euro.
  • De verschillen tussen de facturen zijn groot. De grootste uitschieters zien we bij vaste bruggen (17 211 euro uit eigen zak), kronen (6731 euro), wegneembare prothesen (5998 euro) en implantaten (5781 euro).
  • Er is sprake van risico-anticipatie en –berekening bij de leden die een facultatieve tandverzekering hebben. Zo zien we een piek in het aantal aansluitingen op 11 jaar en een piek in het aantal terugbetaalde prestaties op 13 jaar. Dit kan verklaard worden doordat ouders anticiperen op het feit dat hun kind een orthodontiebehandeling zal moeten ondergaan.

Aanbevelingen

Op basis van de studie doet het Socialistisch Ziekenfonds de volgende aanbevelingen.

  • Verhoog de transparantie en ga voor een billijke prijszetting

Callewaert: “Patiënten noch het beleid hebben vandaag een goed zicht op de factuur voor tandzorg. We pleiten voor meer transparantie en een gestuurd systeem van collectieve prijszetting. Vandaag merken we dat mensen zorg uitstellen deels omdat ze niet op voorhand wat ze moeten betalen bij hun tandarts”.

  • Bescherm de patiënten voor oplopende tandkosten. Investeer in de verplichte ziekteverzekering

Het Socialistisch Ziekenfonds gaat voluit voor een betere terugbetaling door én investeringen in de verplichte ziekteverzekering. “Onze analyse bevestigt dat facultatieve verzekeringen geen sociaal noch doelmatig antwoord zijn. Mensen berekenen hun risico’s en ook zijn er geen mechanismes om op de prijs te drukken. Het is een uitermate kwetsbaar systeem dat snel op zijn limieten zal stuiten. We zien het als een noodzakelijk kwaad maar zijn koele minnaars. We gaan voor een extra injectie van 500 miljoen voor tandzorg in de verplichte ziekteverzekering”, stelt Callewaert.

  • Verhoog de aantrekkelijkheid van het beroep en de conventie

Het wordt steeds moeilijker, in sommige regio’s soms zelfs onmogelijk een tandarts te vinden die de officiële tarieven respecteert, zelfs voor de jaarlijkse  controle. De deconventiegraad steeg tussen 2013 en 2018 van 32,15 % tot 38,63 %, een toename met 20 %.  We flirten met de drempel van 40 % waarboven er geen tariefakkoord meer is en de tandartsen vrij zijn te vragen wat ze willen. Callewaert: “De wettelijke tarieven moeten voldoende zijn om een goed draaiende praktijk leefbaar en rendabel te houden zonder supplementen. De tariefstructuur moet er ook toe leiden dat accent gelegd wordt op preventie. We pleiten ook voor meer mogelijkheden om taken uit te besteden aan assistenten of mondhygiënisten”.

  • Breng tandzorg dichter bij de mensen

Het wegwerken van financiële drempels is noodzakelijk, maar onvoldoende. Callewaert: “Gratis tandzorg brengt de mensen en hun kinderen niet altijd tot bij de tandarts. We breken een lans voor gerichte acties naar doelgroepen (personen met bijzondere noden, leeftijdsgroep 18-40 jaar,…) en pleiten voor het brengen van de tandarts in scholen, wijkgezondheidscentra, rusthuizen .…”.

  • Kwaliteit en doelmatige zorg

Overconsumptie en creatief ge- of misbruik van de nomenclatuur moeten aangepakt worden. De bestaande controlemechanismen moeten hiertoe optimaal aangewend en geoptimaliseerd worden.

De volledige studie vindt u hier.

Perscontact:
Katrien De Weirdt | Woordvoerster
T
02 515 05 12 | G 0470 27 58 79 | E katrien.deweirdt@socmut.be