Covid-studie Sciensano, VUB, Ugent en Solidaris over sterftecijfers tijdens COVID-19: medische voorgeschiedenis en sociale achtergrond zijn bepalend
De medische voorgeschiedenis en sociale achtergrond hadden een impact op de sterftecijfers tijdens COVID-19. Dat blijkt uit Belgisch onderzoek naar de rol van bestaande gezondheidsproblemen en sociale achtergrond op de algemene sterfte tijdens de COVID-19-crisis.
In het wetenschappelijke tijdschrift Archives of Public Health verschijnt deze maand een onderzoek over de invloed van bestaande gezondheidsproblemen en sociale achtergrondkenmerken op de sterftecijfers tijdens de COVID-19-crisis in België.
De studie, uitgevoerd door onderzoekers van Sciensano, de Vrije Universiteit Brussel (VUB), de Universiteit Gent (UGent) en het socialistisch ziekenfonds Solidaris, werpt nieuw licht op factoren die in België tijdens de pandemie hebben bijgedragen aan de oversterfte.
Belangrijkste bevindingen
De studie analyseert data van de bijna 1,4 miljoen volwassen leden van Solidaris, het op één na grootste ziekenfonds in België. De onderzoekers gebruiken gegevens over gezondheidszorguitgaven en medicatiegebruik om reeds bestaande gezondheidsproblemen te identificeren, en combineren die met sociodemografische en socio-economische kenmerken zoals nationaliteit, huishoudenssituatie en het recht op een verhoogde tegemoetkoming. Dat laatste is een indicatie voor een lagere socio-economische status.
De belangrijkste bevindingen zijn:
- In 2020 was er een significante oversterfte en die manifesteerde zich zowel bij mensen met als zonder bestaande gezondheidsproblemen. Bijvoorbeeld bij vrouwen zonder een bestaande ziekte waren er 11% meer overlijdens ten opzichte van de referentieperiode (2015-2019). Voor vrouwen met reeds bestaande aandoeningen varieerde de oversterfte tussen 7% (bij twee ziekten) en 24% (bij vijf of meer ziekten).
- In 2021 zagen we bij sommige subgroepen een significante ondersterfte, wat mogelijk wijst op een verschuiving van de sterfte. Dit tijdelijk fenomeen treedt op wanneer kwetsbare mensen vroeger overlijden dan verwacht door van gebeurtenissen zoals een pandemie.
- Er zijn opmerkelijke verschillen tussen specifieke ziekten. De studie toont een ondersterfte onder patiënten met kanker en astma/COPD in 2020 en 2021. Dit valt mogelijks toe te schrijven aan verbeterde, gerichte zorg en aan preventieve maatregelen voor deze kwetsbare groepen. Allicht heeft ook zelfbeschermend gedrag tijdens de pandemie een rol gespeeld. Onder patiënten met cardiovasculaire aandoeningen en diabetes was er daarentegen juist een significante oversterfte in 2020, maar niet in 2021.
- Sociale ongelijkheden hadden een impact op de sterftecijfers tijdens de COVID-19-pandemie. De hoogste oversterfte tijdens de pandemie werd waargenomen onder personen met een lage socio-economische status, bewoners van woonzorgcentra en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Uit de analyse van naar leeftijd en geslacht gestandaardiseerde sterftecijfers blijkt bij niet-westerse migranten een oversterfte van 47,5% (mannen) en 59,5% (vrouwen) in 2020.
Innovatieve aanpak van de studie
Het onderzoek is wereldwijd een van de weinige studies over sterftecijfers tijdens de COVID-19-crisis die individuele data over gezondheidskenmerken en sociale factoren combineren. Die aanpak biedt een meer gedetailleerd inzicht in de oorzaken van oversterfte, en levert interessante bijkomende informatie voor het beleid dat zich richt op de kwetsbaarste groepen in de samenleving.
“Dit onderzoek onderstreept de noodzaak om sociale ongelijkheden en gezondheidsongelijkheden tegelijk aan te pakken”, zegt Dr. Laura Van den Borre van Sciensano. “Door individuele gezondheidsgegevens en sociale gegevens te combineren, krijgen we een correcter beeld van de uitdagingen waarmee diverse bevolkingsgroepen werden geconfronteerd.”
De resultaten benadrukken bovendien het belang van een mensgerichte aanpak bij de voorbereiding op toekomstige gezondheidscrisissen. Daarbij is speciale aandacht voor kwetsbare groepen en ongelijkheden in gezondheid meer dan nodig.
Unieke samenwerking
Dit relevante onderzoek is het resultaat van een unieke samenwerking tussen Solidaris, Sciensano, de VUB en de UGent. Het project werd mede mogelijk gemaakt door financiering van het Belgisch Wetenschapsbeleid (BELSPO). De studie kadert binnen het HELICON-project dat sociale ongelijkheden, de langetermijneffecten en indirecte gezondheidseffecten van de COVID-19-crisis in België onderzoekt.
Zegt Paul Callewaert, algemeen secretaris Solidaris: “Wij beschikken als ziekenfonds over uitgebreide data en zijn blij dat we voor dit onderzoek konden samenwerken met wetenschappelijke instellingen. We hopen dat de resultaten de bescherming in toekomstige gezondheidscrisissen inderdaad helpen te verbeteren. Zeker als dat gebeurt met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen”
Lees de hele wetenschappelijke publicatie
Lees het volledige persbericht als PDF
Perscontact
Katrien De Weirdt | Woordvoerster Solidaris
Roeland Byl | Stafmedewerker pers
T 02 515 05 12 | G 0470 27 58 79 | E pers@solidaris.be