Duurdere antibiotica: geen effect op gebruik, wel op portemonnee patiënt
De regeringsbeslissing om antibiotica duurder te maken voor de patiënt vanaf 1 mei 2017 heeft geen effect gehad op de overconsumptie van antibiotica, wat de beoogde doelstelling was. De maatregel zorgde wel voor een besparing voor de ziekteverzekering op de rug van de patiënt. Zijn gemiddelde antibioticafactuur steeg met ruim 85 % tussen het epidemiejaar 2016 en het epidemiejaar 2017. Dit treft vooral veelgebruikers met een kwetsbaar profiel. Hun jaarlijkse factuur steeg met 130 % tot bijna 50 euro. Dat blijkt uit een analyse van het Socialistisch Ziekenfonds. Paul Callewaert, algemeen secretaris: “De cijfers tonen duidelijk dat het duurder maken van antibiotica voor de patiënten geen goede maatregel is om de consumptie te minderen. We roepen dan ook op de maatregel in te trekken en te vervangen door verdere sensibilisering en waar nodig responsabilisering van voorschrijvers om het antibioticagebruik te minderen.”
Resistentie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid
België is nog altijd één van de koplopers inzake antibioticagebruik. Ons land wordt enkel vooraf gegaan door Polen, Roemenië, Frankrijk, Spanje en Cyprus. Een hoog antibioticaverbruik is problematisch omdat het de kans verhoogt dat meer en meer soorten bacteriën resistent worden tegen antibiotica. Deze resistentie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid.
Veel te trage daling antibioticagebruik
België zet daarom in op het verminderen van het antibioticagebruik. Dit beleid leidde de afgelopen tien jaar tot een gestage maar veel te trage daling. Ongeveer vier op de tien leden van het Socialistisch Ziekenfonds kregen in de loop van het epidemiejaar 2017 (juli 2017-juni 2018) antibiotica voorgeschreven. Dat is een daling met 4 % ten opzichte van 2009. Die afname is nog minder uitgesproken als het antibioticagebruik wordt uitgedrukt in “doorsneedagdoses” (DDD) per 1000 leden per dag wat er op wijst dat de gemiddelde voorgeschreven dosis stijgt. De daling tussen 2009 en 2017 manifesteert zich vooral bij antibiotica voorgeschreven door de huisarts.
Antibioticadoelstellingen worden niet gehaald
Dat de daling veel te traag gaat, blijkt ook uit de evaluatie van de drie vooropgestelde doelstellingen van de Belgische commissie voor de Coördinatie van het antibioticabeleid (Bapcoc):
- Terugbrengen van het jaarlijks antibioticagebruik van meer dan 800 voorschriften per 1000 patiënten tot 600 voorschriften per 1000 patiënten in 2020, en 400 voorschriften per 1000 patiënten in 2025. Deze doelstelling is nog heel veraf. Bij leden van de Socialistische Mutualiteiten bedraagt het meest recente cijfer 821 voorschriften per 1000 leden. Als de daling tijdens de twee volgende epidemiejaren verderzet aan hetzelfde tempo als in de periode 2009-2017, dan zou het aantal voorschriften per 1000 leden in epidemiejaar 2019 (periode juli 2019-juni 2020) iets lager liggen dan 800.
- Terugbrengen van het gebruik van chinolonen van 10 % naar 5 % tegen 2018. Dit zijn populaire breedspectrum antibiotica die veel worden voorgeschreven, waardoor we zien dat de resistentie ertegen snel stijgt. Bovendien hebben deze antibiotica een aantal ongunstige nevenwerkingen. Hier lijken we op de goede weg. Het aandeel chinilonen in de totale antibioticaconsumptie is tussen 2009 en 2016 relatief stabiel gebleven. In epidemiejaar 2017 zien we echter een opvallende daling. Sinds 1 mei 2018 worden deze antibiotica nog enkel terugbetaald bij specifieke, welomschreven infecties of omstandigheden. Rekening houdend met het feit dat deze maatregel maar een impact heeft op de laatste twee maanden van epidemiejaar 2017 (mei en juni 2018), is het realistisch om te stellen dat het aandeel chinolonen tijdens epidemiejaar 2018 verder zal dalen richting 5 % van het totaal antibioticaverbruik. Het Socialistisch Ziekenfonds waarschuwt wel dat het mogelijk is dat patiënten deze antibiotica blijvend voorgeschreven krijgen, maar zelf voor de kostprijs moeten opdraaien. Het ziekenfonds kan dit in zijn gegevens niet nagaan. Het pleit er voor om ook de niet-terugbetaalde medicatie te registreren zodat opvolging mogelijk is.
- Toename van de verhouding amoxicilline op amoxicilline + clavulaanzuur van 50/50 naar 80/20 tegen 2018. De bedoeling is om artsen te stimuleren gerichter voor te schrijven, en minder breedspectrum antibiotica te gebruiken. Deze verhouding is stabiel gebleven (uitgedrukt in aantal voorschriften) of licht toegenomen (uitgedrukt in DDD) naar een verhouding van 50-50. Daarmee is het streefdoel nog zeer veraf, en zal de doelstelling dus zeker niet worden gehaald
Duurdere antibiotica treft meest kwetsbare groep hard
Het gebruik van antibiotica neemt toe met de leeftijd, en leden met recht op de verhoogde tegemoetkoming krijgen het meer voorgeschreven. Opvallend is dat de 5 % leden met de hoogste antibioticaconsumptie goed zijn voor bijna een kwart van de totale consumptie. De maatregel van minister van Volksgezondheid Maggie De Block om antibiotica vanaf 1 mei 2017 duurder te maken voor de patiënt, treft deze groep dan ook het meest.
Sinds 1 mei betaalt de patiënt 50 % van de kostprijs uit eigen zak, zonder onderscheid of hij al dan niet recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming. Vroeger was dit slechts 25 % en 15 % bij patiënten met verhoogde tegemoetkoming
De regering verdedigde de maatregel in de strijd tegen de overconsumptie, en dus in het belang van de volksgezondheid*. De cijfers tonen evenwel aan deze doelstelling niet gerealiseerd werd: we zien geen versnelling van de afname van het antibioticagebruik.
De totale patiëntenfactuur steeg daarentegen met 85
%. De prijsstijging heeft een zeer grote impact op
een heel kwetsbare groep. Veelgebruikers
met verhoogde tegemoetkoming betalen nu bijna 50 euro per jaar voor alle
afleveringen antibiotica, veel meer (+130 %) dan in epidemiejaar 2016. Het
gaat om mensen met een aandoening die gekenmerkt wordt door zeer frequente
infecties of opstoten van infecties, of die een aandoening hebben die een zeer
langdurig gebruik van antibiotica vereist. Patiënten met mucoviscidose of copd
zijn typische voorbeelden.
Sensibilisering, ook voor griepvaccin
De Socialistische Mutualiteiten pleiten er dan ook voor de maatregel van minister De Block terug te schroeven, en versterkt in te zetten op het sensibiliseren van de patiënten en van de artsen over de risico’s van een te hoog antibioticagebruik.
“Antibiotica: goed en voldoende waar nodig, onthouden waar niet nodig. Dat is essentieel om te vermijden dat de resistentie nog verder toeneemt, met grote risico’s voor de volksgezondheid”, zo vat Paul Callewaert het antibioticabeleid samen.
Bij de start van het griepseizoen roept het ziekenfonds zijn leden ook op zich preventief te vaccineren tegen griep en pneumokokken. Voor risicogroepen (ouderen, ziekenhuispersoneel,…) kunnen deze vaccinaties de consumptie van antibiotica verlagen. Het Socialistisch Ziekenfonds zorgt er zo al voor dat loketbedienden een bericht/alert rond griepvaccinatie zien verschijnen bij alle contacten met leden van 65-jaar en ouder. Ook in het e-mut-dossier (het persoonlijk elektronisch dossier) van de leden is een herinnering voor het griepvaccin zichtbaar.
Het ziekenfonds herhaalt ook zijn pleidooi om het pneumokokken-vaccin terug te betalen voor oudere risicogroepen zoals het Kenniscentrum voor de gezondheidszorg** aanbeveelt.
Ook is het ziekenfonds voorstander van het op maat afleveren van antibiotica, zodat patiënten niet met ongebruikte tabletten blijven zitten. Dit wordt al gedaan in landen als het VK, Nederland, de VS, Japan, Israël en Tsjechië.
Voorschrijfgedrag artsen monitoren
Zorgverstrekkers met een systematisch hoog voorschrijfgedrag antibiotica moeten
op hun verantwoordelijkheid gewezen worden. Zij moeten gemonitord worden,
aangezet en in het ultieme geval financieel geresponsabiliseerd worden om — bij
ontbreken van afdoende argumentatie voor hun afwijkend voorschrijfprofiel — hun
voorschrijfgedrag bij te sturen.
Paul Callewaert: “Je moet zoveel mogelijk sturen aan de bron, bij de voorschrijvers dus. Dat kan op verschillende manieren: via duidelijke terugbetalingsvoorwaarden, maar ook via het belonen van artsen voor een goed voorschrijfgedrag. Antibiotica zou een goed voorbeeld zijn om een eerste stap te zetten inzake pay for quality.”
Het Socialistisch Ziekenfonds verwijst ook naar de aanbevelingen van het KCE in zijn recent rapport over antibioticagebruik[1]. Het KCE roept onder meer op om:
- Naast feedback en benchmarking ook artsen te ondersteunen en toezicht te houden. Als dat niet helpt, moeten sancties worden overwogen.
- Lokale ‘antibiotic stewardship’ teams voor ambulante zorg moeten worden opgericht om voorschrijvers te sensibiliseren en op te volgen. De lokale ‘antibiotic stewardship’ teams moeten ook toegang hebben tot geanonimiseerde voorschrijfgegevens van de huisartsen in hun werkgebied, zodat ze onder collega’s kunnen worden geëvalueerd. Zij moeten ook beschikken over gegevens over antimicrobiële resistentie die de lokale epidemiologie op ambulant niveau weerspiegelen (gemeenschapsinfecties).
- De ontwikkeling en actualisering van de richtlijnen moet worden gecoördineerd voor de betrokken sectoren. Er moet over gewaakt worden dat ze aangepast zijn aan de diverse groepen van zorgverleners. De richtlijnen moeten gebruikt worden in de opleiding en de bijscholing van artsen, tandartsen, apothekers en verpleegkundigen. Hun toegang en de zichtbaarheid zouden moeten verbeterd worden, en gratis toegang tot elektronische versies moet mogelijk zijn.
Perscontact:
Katrien De Weirdt | Woordvoerster
T 02 515 05 12 | G 0470 27 58 79 | E katrien.deweirdt@socmut.be
*Uit de nota ARGV2015/073:
5.7. Wijziging vergoedingscategorie antibiotica – Maatregel
België staat op 4de plaats inzake antibioticagebruik (per DDD per 1000 inwoners en per dag) in 30 EU landen, na Griekenland, Roemenië en Frankrijk. Het Europees gemiddelde antibioticagebruik bedroeg in 2014 21,6 DDD per 1000 inwoners per dag. In België bedroeg het gebruik dat jaar 28,2 DDD per 1000 inwoners per dag. De doelstelling van Bapcoc is om het aantal voorschriften in België af te bouwen van 800 per 1000 inwoners per jaar tot 600 voorschriften per 1000 inwoners per jaar in 2020 en 400 voorschriften per 1000 inwoners per jaar in 2025.
De overconsumptie van antibiotica werkt de resistentie in de hand en is hierdoor een gevaar voor de volksgezondheid. Om de overconsumptie aan te pakken zijn er reeds een aantal acties ondernomen zowel ten aanzien van de voorschrijvers als de patiënten:
- actieplan handhaving en doelmatige zorg, punt 6.5 ‘antibiotica’ à is geen actie maar een plan?
- actieplan Bapcoc onderdelen reduceren van het aantal voorschriften per 1000 à idem
- inwoners en verhogen ratio amoxicilline/amoxyclav à begrijp ik niet goed wat ermee bedoeld wordt?
- koppeling aan accreditering à is dat een feit?
- onderdeel vermindering chinolonen: via transfert naar hoofdstuk IV
- verschillende campagnes.
In het kader van een versterking van de inspanningen om de overconsumptie terug te dringen, wordt de vergoedingscategorie van antibiotica gewijzigd van categorie B naar C.
Opbrengst voor de overheid
- 14,8 miljoen € in 2017
- 19,7 miljoen € structureel (op jaarbasis)
** https://kce.fgov.be/nl/pneumokokkenvaccinatie-bij-ouderen-een-economische-evaluatie