Ouders die pas een kind kregen, gebruiken vaker antidepressiva
Niet alleen vrouwen maar ook mannen hebben last van postnatale depressie
Ouderschap maakt mentaal kwetsbaar. Dat valt af te leiden uit het gebruik van antidepressiva bij prille moeders en vaders. Zij nemen vaker een antidepressivum dan de gemiddelde bevolking.
Tussen de 10 en 20 % van de vrouwen krijgt naar schatting te maken met een postnatale depressie. Deze vorm van depressie begint meestal binnen de 6 weken na de bevalling. Minder bekend is dat postnatale depressie ook bij mannen voorkomt. Ongeveer 9 % van prille vaders heeft er last van.
Hoewel het soms gemakshalve wordt afgedaan als baby blues, blijkt het fenomeen van postnatale depressie of post-partumdepressie niet zonder gevolgen. Zo is al gebleken dat er wel degelijk een impact op de ontwikkeling van het kind is. Die kinderen hebben in hun latere leven bijvoorbeeld vaker zelf depressieve klachten.
Zwangerschap doet gebruik antidepressiva dalen
In een data-analyse bij onze eigen leden keken we naar het gebruik van antidepressiva bij prille moeders en vaders. We vergeleken dit met hun gebruik van antidepressiva in de jaren voor de zwangerschap en de jaren erna.
Grafiek 1: Een roze wolk met een scherp randje
Percentage leden van Solidaris dat antidepressiva neemt. Voor en na bevalling
Daarbij tekent er zich tijdens de zwangerschap een een flinke daling af. Bij vrouwen valt het aantal Solidaris-leden dat antidepressiva slikt tijdens de zwangerschap terug van 8,7 % naar 3,5 %. Bij mannen is de daling kleiner: van 4,8 % naar 4,2 %.
De terugval bij vrouwen is allicht voor een groot stuk te wijten aan de mogelijke schadelijke effecten die het nemen van antidepressiva op de ontwikkeling van de foetus kan hebben. Van geen enkel antidepressivum is bewezen dat het veilig kan worden toegediend in het eerste trimester van de zwangerschap. Daarom worden veel behandelingen met antidepressiva onderbroken.
De lichte daling bij mannen laat veronderstellen dat er ook andere factoren spelen. We zien in de wetenschappelijke literatuur over postnatale depressie een daling terugkeren in andere landen. Mogelijks heeft het verwachten van een kind een positief effect op mentale gezondheid.
Bevalling leidt tot meer antidepressiva
70 % van de prille ouders die in de 3 jaar voor de zwangerschap antidepressiva nam, blijkt een jaar na de bevalling nog steeds zonder antidepressiva te kunnen. Omdat we niet exact weten wanneer die groep zijn depressie overwon, mogelijks staat dat los van de zwangerschap, laten we hen buiten beschouwing. Oorzaak en gevolg verdienen nader onderzoek.
Om een zuiver zicht op postnatale depressies te krijgen, focussen we in onze data-analyse op de nieuwe gebruikers en vergelijken hun gebruik van antidepressiva met het algemene gebruik in de bevolking.
De resultaten tonen aan dat ouders die in de afgelopen 12 maanden een kind kregen, vaker starten met een antidepressivum dan leden uit de hele bevolking. Dat geldt zowel voor moeders als voor vaders. Een bevalling maakt met andere woorden mentaal kwetsbaar
Van de moeders die het afgelopen jaar een kind kregen, blijkt 4,7 % een antidepressivum te slikken. Dat percentage gebruikers ligt hoger dan het gemiddelde in de hele populatie. Dat ligt voor vrouwen tussen 15 en 49 jaar op slechts 2,9 %.
Ook prille vaders (15 tot 59 jaar) zijn gevoelig voor een postnatale depressie. In het eerste jaar na de geboorte start 2,7 % van hen met een antidepressivum, terwijl dat percentage voor de hele bevolking in die leeftijdscategorie slechts 2,1 % bedraagt.
Niet iedereen loopt evenveel risico
Uit de analyse van een bevraging bij onze leden blijkt bovendien dat niet iedereen evenveel risico loopt. De risico’s hangen samen met 4 te onderscheiden factoren:
- Socio-economische situatie
Sommige mensen zijn kwetsbaarder door hun socio-economische situatie of de socio-demografische groep waartoe ze behoren. - Beschikbare hulp.
Alleenstaande moeders en erg jonge ouders hebben een hogere kans op een postnatale depressie. Ze kunnen minder een beroep doen op hun netwerk om een en ander op te vangen. Daarom is de beschikbaarheid van opvangplaatsen cruciaal. - Medische zorg.
Medische factoren blijken ook van belang. Ouders van een kind dat geboren werd via een keizersnede of ouders van een kind dat kampt met gezondheidsproblemen in het eerste levensjaar, zijn gevoeliger voor een postnatale depressie. - Traumatische ervaringen.
Ook bepaalde levenservaringen zoals bijvoorbeeld partnergeweld, verhogen het risico.
We stellen bovendien vast dat de risicofactoren voor mannen en vrouwen niet altijd in dezelfde mate een rol spelen. Zo zijn vooral vrouwen depressiegevoeliger door oplopende medische kosten van hun baby. Bij mannen is dat geen substantiële factor, terwijl bij hen een recht op verhoogde tegemoetkoming vaker lijkt samen te hangen met postnatale depressie dan bij vrouwen.
Aanbevelingen
We stellen vast dat sommige risicofactoren voor het krijgen van een postnatale depressie te vermijden zijn. Zo kan er gezorgd worden voor voldoende opvangplaatsen voor jonge kinderen.
Andere zullen altijd blijven bestaan, zoals kinderen die ter wereld komen in slechte gezondheid of via een keizersnede. Deze ouders moeten we gepast omringen en opvangen, zodat ook zij hun kinderen in de best mogelijke situatie kunnen opvoeden.
Als ziekenfonds pleiten wij daarom voor:
– Toekomstige ouders beter voorbereiden op het ouderschap. Om te vermijden dat de ‘roze wolk’ in een donkere rand verdwijnt, moeten we hen er bewust van maken dat niet alles perfect moet zijn.
– Een algemene uitrol en betere financiering van psychische zorg ingebed in de algemene perinatale zorg voor kwetsbaren. In dit project van geïntegreerde zorg zou een multidisciplinair zorgteam gezinnen die een kind verwachten, kunnen opvolgen in een prenataal zorgpad. In Vlaanderen is er daarvoor het expertisenetwerk ’Perinatale mentale gezondheid‘ en ook ziekenhuizen rollen zorgpaden uit. Deze zorg zou voor álle aanstaande ouders georganiseerd moeten worden; dus ook vaders.
– We vragen ook meer aandacht voor toekomstige vaders: 5 tot 10 procent van de toekomstige vaders krijgt te maken met een depressie in de periode rond de geboorte van hun kind. De meeste zorg is momenteel op de moeder gericht. Daarom pleiten we naast een uitbreiding van het moederschapsverlof, ook voor een verlenging van het geboorteverlof (voor de vader of meeouder). Sinds 1 januari is dat al opgetrokken tot 20 dagen. We denken dat een verdubbeling van het aantal dagen, op te nemen tijdens de 15 weken van het moederschapsverlof, zinvol zou zijn.
– Voldoende plaatsen voor kinderopvang. Bovendien moeten de voorwaarden of voorrangsregels op de schop. Momenteel hebben ouders die minstens vier vijfde werken of een opleiding volgen, voorrang bij het toekennen van een plaats in de kinderopvang. Alleenstaande ouders die minder dan vier vijfde werken maken dus minder kans op een plaats voor hun jonge kind.
Lees het volledige studie als PDF
Lees de persbericht als PDF
Perscontact
Katrien De Weirdt | Woordvoerster Solidaris
Roeland Byl | Stafmedewerker Pers
T 02 515 05 12 | G 0470 27 58 79 | E pers@solidaris.be